Bijzondere paardenrassen op PAARD & KOETS

Elk jaar zijn vele stamboeken en verenigingen vertegenwoordigd op het evenement Paard & Koets, dat dit jaar van 12 t/m 14 november e.k. plaats vindt in de Brabanthallen in ´s-Hertogenbosch.
Het Friesch Paardenstamboek, het KWPN, het New-Forest pony-stamboek, het Welsh stamboek, ze zijn er, samen met zo´n 25 andere stamboeken, elk jaar weer. In hun stand verstrekken ze informatie over de mogelijkheden van ´hun´ ras, in de piste laten ze dit in de praktijk zien.

Dit jaar zijn er op Paard & Koets een aantal paardenrassen die in België en Nederland tot op heden niet of nauwelijks bekendheid genieten, te bewonderen.
Hierbij een korte introductie van de Akhal Teke, het Cheval Boulonnais, de Highland Pony en de Schwarzwälder Fuchs.

DE AKHAL TEKE

Uit het grijs van de voorgeschiedenis doemt in Centraal-Azie een paardenras op dat zich vererfd heeft tot de huidige dag. Het is een duidelijk herkenbaar beeld van een sierlijk, lang gelijnd paard met een groot uithoudingsvermogen. Ze zijn moedig met een mensgericht karakter. ´Hemelse paarden´ schreven de Chinezen. Hun land van oorsprong lag, lang voordat op de kaart nationale grenzen werden getrokken, in een schraal gebied van steppen en woestijnen, ongeveer in het huidige Centraal-Aziatische Turkmenistan en noordelijk Iran.
Akhal-Teke bloed heeft bijgedragen tot het ontstaan van het Arabisch Volbloed. De Akhal-Tekes zijn hard en droog van beenwerk en staan bekend om snel herstel na zwaar werk. Bijzonder is de gouden glans op hun vacht-ongeacht de basiskleur-veroorzaakt door crystalvorming in de haarmantel. Het karakter van de Akhal-Teke is bijzonder mensvriendelijk en dit paard beschikt over een hoge mate van intelligentie. Hierdoor is het makkelijk te trainen en kan er een bijzondere band ontstaan tussen paard en ruiter.

Tijdens Paard & Koets wordt een aantal shows gegeven in authentieke oriëntaalse stijl.

HET BOULONNAIS TREKPAARD

Het Boulonnais trekpaard is een zwaar trekpaard met zeer actieve en schitterende beweging.
Het is uitzonderlijk elegant, en heel raskenmerkend, waardoor het de status "volbloed der trekpaarden" verkreeg.
Deze eretitel heeft het te danken aan zijn oosters bloed, dat er door de eeuwen heen werd
in vermengd.

Ze zijn hoofdzakelijk te vinden in het Noord-Westen van Frankrijk, in de Departementen : Nord, Pas de Calais en La Somme en l´Oise.

Volgens vele auteurs gaat de geboorte van het ras terug tot in de tijd van de Romeinse bezetting, toen Julius Ceasar in 54 voor Christus nabij Boulogne sur Mer naar Engeland overstak.
Twee duizend ruiters gezeten op Numidische paarden afkomstig uit Noord Afrika bleven toen achter in de streeek en kruisten zich met de inheemse paardenrassen.
Dit oosters bloed zeer opmerkelijk aanwezig bij de Boulonnais werd zeker in nog recenter
periodes geintroduceerd zoals gedurende de Kruistochten, door toedoen van de Graaf van Boulogne Eustache en Graaf van Artois,Robert, die beiden vakbekwame en vernieuwende fokkers waren.. Ook gedurende de Spaanse bezetting werd er vast en zeker gekruist met Spaanse paarden.
De toename van het gebruik van zware artillerie in de 14 de eeuw stimuleerde het gebruik van zware noordelijke rassen om grotere en zwaardere rassen te fokken.
In de 17de eeuw kreeg het ras de naam ´BOULONNAIS´ en ontstonden er 2 typen.
Het kleiner paard (onder 1,60 m)dat bekend stond als de ´Mareyeur´ of getijdenpaard, (praktisch uitgestorven) dat vooral gekend was voor het snelle vervoer van ladingen verse vis van Boulogne naar Parijs. (Historische Route, nu folkloristisch hersteld via het twee jaarlijks evenement ´ La Route du Poisson´).
De grotere Boulonnais (groter dan 1,60 m) wordt echter nog steeds gefokt, maar is ook zoals vele andere zware rassen bedreigd met uitsterving.

De Boulonnais is groot en sterk, gefokt voor het zware werk op de bietenakkers en het trekken van zwaar vervoer..
Maar er zijn ook erfgenamen van de uitgestoven ´Mareyeur´ die het kleinere type vormen.
Bij een eerste telling door de ´Haras Nationaux´ (Franse Nationale Stoeterijen) in 1778 was de kleur bij de hengsten zwart en donker bruin, kleuren die nu zo goed als verdwenen zijn.
Een eeuw later in 1880 werd de schimmelkleur (in alle tinten) als criterium van raszuiverheid gehanteerd. Kleur die actueel nu nog domineert. Er zijn nog een 10 % vossen en sporadisch enkele zwarten en bruinen. De veulens worden allemaal vos geboren.

DE HIGHLAND PONY

De Highland Pony is één van de twee inheemse rassen van de Schotse hooglanden en eilanden. Gedurende vele eeuwen heeft het ras zich aangepast aan het veranderende en vaak barre klimaat en de leefomstandigheden van Schotland.
De wintervacht bestaat uit een laag sterk, dasachtig haar over een zachte, dikke onderlaag, die dit ponyras geschikt maakt het hele jaar buiten te verblijven. In het voorjaar ruilt de pony de wintervacht voor een gladde zomervacht. De kenmerken, de robuustheid wordt gecombineerd met een vriendelijke aard en gelijkmatig temperament.

Het ras geeft een sterke, harmonisch gebouwde, compacte pony, met alle lichaamsdelen in goede verhouding tot zijn hoogte. Het is één van de grootste van de Britse inheemse rassen en behoort volume en kracht uit te stralen.

DE SCHWARZWALDER FUCHS

De Schwarzwälder Fuchs is een koudbloed ras welke met name in het Schwarzwald gefokt wordt.
In 1960 waren er nog maar circa 60 exemplaren zodat ze op de lijst van beschermde huisdieren kwamen te staan. Ze werden vroeger gebruikt in de bosbouw en voor het boerenwerk vanwege hun ongekende kracht, doorzettings- en uithoudingsvermogen. Inmiddels is de populatie gestegen tot circa 400 merries en 12 goedgekeurde dekhengsten. De merries hebben een stokmaat van 145-155 cm en de hengsten van 150-160 cm. De paarden zijn vroegrijp, met 2 jaar zijn ze al volwassen. Ze worden ook oud, er zijn merries die op 28 tot 30-jarige leeftijd nog met gemak een veulen brengen. Het is gebruikelijk dat bij de veulens het eerste halfjaar de manen en maantop worden afgeschoren om de manengroei te bevorderen. De manen en staart zijn altijd licht van kleur, meestal zelfs wit, terwijl de paarden zelf altijd vossen zijn m.u.v. een enkele bruine of schimmel. Dit onder invloed van de inbreng van de Noriker en Freiberger. Het liefst wil men de Schwarzwälder fokken in de kleur donkere vos (koffievos of zoals de Duitsers zeggen "Rosinenfarbe") met witte manen en staart. Helaas is dit nog maar weinig het geval zodat deze bijzondere kleur moeilijk te verkrijgen is en de prijs voor de paarden met deze kleur vrij hoog ligt. De Schwarzwälder Fuchs is een paard dat zich uitstekend leent voor het aangespannen werk. Het beleren van deze paarden gaat eenvoudig, zowel aanspannen als zadelmak maken. De "echte " Schwarzwälder herkent men aan het brandmerk in de vorm van een dennenboom op de linkerflank. De paarden die u tijdens de shows op Paard & Koets te zien krijgt zijn 4 hengsten, te weten: Bubi, 8 jaar, Rondo 6 jaar en Max en Moritz beiden 2 1/2 jaar.