Voedingssupplementen, heeft het zin of is het allemaal onzin?
Ruiters zijn ook maar mensen. Heel vaak goedgelovig en bijgelovig. Zelfs als het over supplementen gaat. Zet je tv aan en in elk reclameblok krijg je steevast een commerciële boodschap over medicatie en supplementen voor elk moment van de dag en de nacht. Overdag neem je een supplement om je energie een boost te geven. ’s Avonds slik je om beter te slapen. Tussendoor zijn er supplementen om je mentaal welzijn te versterken en te bewaren. Heeft het allemaal zin of is het vooral onzin? En hoe benaderen ruiters dat voor hun paarden? ‘Het is opium voor de mind’, zegt Flore De Winne. Daarnaast schuilt er nog een groter gevaar: ‘Doping door accidentele contaminatie is mijn grootste angst’, vertelt Pieter Devos: ‘. Op 5* niveau word je vlot één keer om de twee wedstrijden gecontroleerd, terwijl je beseft dat je het nooit voor de volle honderd procent in de hand hebt. Daarom vind ik de nultolerantie onrealistisch. Erger nog, het is zelfs waanzin. Als je paarden ver reizen, kan je bijvoorbeeld niet anders dan ter plaatse hooi kopen. Je weet nooit wat er inzit. En hoe clean zijn de wedstrijdstallen? Wij poetsen die zelf zeer grondig als we toekomen, al ben je nooit zeker. Ik lig daar soms wakker van. Nultolerantie? Ik pleit voor een tolerantiemarge.’